De tweejaarlijkse Nationale Supply Chain Monitor meet de toepassing van supply chain management in Nederland. In maart 2018 werden de resultaten gepresenteerd van editie 2017. Hoewel de achterblijvers inlopen, stagneert ontwikkeling aan de top; externe ketensamenwerking blijft een uitdaging. Tegelijkertijd neemt de noodzaak tot betere ketensamenwerking toe, door het hoge tempo van veranderingen in de wereld.

De leden van SCELP volgen initiatieven zoals de Nationale Supply Chain Monitor met veel belangstelling. Zulk onderzoek geeft een goede indruk van de ontwikkeling van het vak, maar het laat ook zien wat de obstakels nog zijn.

Tandje bijzetten

Tussen 2013 en 2015 steeg de score van 1,9 naar 2,9 (op een schaal van 1-5). De gehoopte verdere stijging heeft zich niet voorgedaan, de doorbraak is nog niet gerealiseerd. Jack van der Veen, mede-oprichter van SCELP en betrokken bij de Nationale Supply Chain Monitor zegt daarover: ‘Als we SCM belangrijk vinden, zullen we dus met ons allen een tandje moeten bijzetten.’ Als we verder inzoomen op de resultaten, blijkt dat een verdere professionaliseringsslag wel degelijk gaande is. De groep achterblijvers wordt kleiner en treedt toe tot de middengroep. Maar in de groep koploers zit niet veel verbetering.

Stap van intern naar extern

Het onderzoek laat verder zien dat de SCM-inspanningen vooral intern gericht zijn. Er is redelijk wat aandacht voor interne samenwerking, cultuur, leiderschap en strategie. Maar de scores op end-to-end ketenmanagement, samenwerking met klanten en samenwerking met leveranciers blijven duidelijk achter. ‘Logisch dat bedrijven eerst de winkel intern op orde willen hebben. Maar nu wordt het tijd om aan externe ketensamenwerking te doen. Daar is het bij SCM uiteindelijk om begonnen’, stelt van der Veen. ‘Alle reden dus voor SCELP 2.0’.

Lees meer